3 Comments
Het was vrijdagavond en het overviel me. Dat is nog zacht uitgedrukt: het kwam aan als een mokerslag. Vriendin M. belde om ‘niet zulk leuk nieuws’ te brengen. ‘Ik ben terminaal’, zei ze. In razend tempo gierden gedachten en gevoelens door mijn lichaam. Nee! Droom ik? Dit kan niet waar zijn. Grapje? Maar het was echt waar.
We hadden elkaar leren kennen tijdens een fietsvakantie in Umbrië. Al in de bus was er een enorme klik tussen een aantal sportievelingen die ongeveer in dezelfde levensfase verkeerden. Het was een in alle opzichten hele bijzondere vakantie. Elke avond dronken we wijn en lachten we tranen met tuiten. Totdat op de helft van de vakantie een van de groepsgenoten verongelukte. Na zijn overleden wilde ik niet in mijn eigen tent slapen en was M. zo lief om mij onderdak te bieden in haar grote tent. ‘Ik droomde nog wel dat jij iets met hem had’, zei ik snikkend. ‘Tja, dat kan nu niet meer’, antwoordde ze. Haar heerlijke Groningse nuchterheid. En nu was ze zelf aan de beurt. Het was een kwestie van weken. Een paar maanden eerder had ze nog haar veertigste verjaardag gevierd. ‘Gelukkig heb ik dat nog gedaan’, zei ze toen ik haar opzocht in het ziekenhuis. Ik barstte in huilen uit toen ik haar daar zag liggen met zuurstofslangen in haar neus. Wat zeg je tegen iemand die niet lang meer te leven heeft? Ik had maar wat foto’s meegenomen van onze fietsvakantie, mooie herinneringen. Bij een groepsfoto waar ook de verongelukte groepsgenoot op stond zei ze droogjes: ‘we lijken de 10 kleine negertjes wel.’ Door onze tranen heen moesten we lachen en omhelsden we elkaar. ‘Mijn geheugen zal niet zo lang meer duren’, zei ze. ‘Maar zo lang ik het me nog herinner, zal ik nooit vergeten dat je bent langsgekomen’. Weer moest ik lachen en huilen tegelijk. Ik heb haar daarna nog een paar keer opgezocht. Haar conditie ging schrikbarend snel achteruit. Van diagnose naar dood in 6 weken. In leven na de dood geloofde ze niet. ‘Hierna stopt het’, zei ze. Ze wilde herinnerd worden zoals ze was toen ze gezond was. Breed lachend, altijd belangstellend, een vriendin die je voor het leven bij je zou willen hebben. Het is inmiddels een paar jaar geleden maar ik denk nog vaak aan haar. Misschien beeld ik het mezelf in, maar ik voel me dan vervuld met warmte, alsof ze dicht bij me is. Ze is niet weg. Ik ben Solange, dol op schrijven en de kunstwerken van Jeanette. Toen ze me vertelde over haar kunst-urnen en mij vroeg of ik een blog wilde schrijven voor haar website, twijfelde ik geen seconde. Ik geef toe, de dood als thema klonk niet meteen heel uitnodigend. Maar de dood hoort nu eenmaal bij het leven. En ik zal niet alleen schrijven over de dood, maar ook over afscheid, troost, cultuurgebonden rituelen, rouwverwerking en alles waarvan ik vind dat het – al dan niet zijdelings- met de dood te maken heeft.
Dood en troost De animatiefilm Coco is een van de mooiste films die ik ooit heb gezien. Het verhaal speelt zich af in Mexico , waar men de Dia de los Muertos viert, de Dag van de Doden. Op deze dag komen de zielen van de overledenen terug naar de aarde. De nabestaanden offeren goederen aan de doden, zoals bloemen en voedsel. Dit klinkt misschien een beetje luguber maar de film is dat dus helemaal niet. Het dodenrijk in de film is namelijk een vrolijke boel met overal lichtjes, luchtkastelen en skeletten die er best vriendelijk uit zien. Voor de doden is het heel belangrijk dat ze niet vergeten worden, want dan verschrompelen ze en zijn ze definitief verdwenen. Op de Dia de Los Muertos kunnen de overledenen vanuit het dodenrijk over een loopbrug naar hun levende familie lopen. Tenzij er geen foto van hen op een altaar staat. Dan weigert de douane (de douaneambtenaren zijn eveneens skeletten) de toegang. Aan het einde van de film wordt de naam van een overleden over-overgrootvader gezuiverd, waardoor zijn stokoude dochter hem zonder reserves kan omhelzen als ze ook is toegetreden tot het dodenrijk. En met hem kan zingen en dansen. Allemachtig, wat een blije doch emotionele bedoening. Ik hield het niet droog en naast mij hoorde ik ook bij man D. de tranen biggelen. Tot mijn verbazing vonden de kinderen het gewoon een leuke film. Blijkbaar moet je eerst de pijnlijke kant van de dood hebben doorleefd om gevoelig te zijn voor het troostend perspectief. En gelukkig waren ze daar nog niet aan toe. Wat zijn dan de gedachten die ons troosten als het om de dood gaat, vroeg ik me af. Dat zat -vast niet toevallig- allemaal in de film. Ten eerste: het stopt niet als je dood bent. Er is nog een hiernamaals, en daar is het gezellig. Ten tweede: als je wordt herinnerd, ben je niet echt weg. En tot slot: de doden komen wel eens op bezoek. Al zal niet iedereen dit een fijne gedachte vinden.
Beste lezer,
Dit is de plek waar ik (of een gast) wekelijks iets schrijf over hoe we met een begrafenis omgaan. Het begrafenisritueel is een uiting van hoe we als nabestaanden de dood van een geliefde verwerken en een plek geven. Het gaat over de mens van wie we afscheid nemen, maar ook over de gedachten en gevoelens van de achterblijvers. Ik wil dit thema graag bespreekbaar maken. Alleen al in Europa zijn er grote verschillen in de rituelen rondom de begrafenis. In Nederland vinden we het heel vanzelfsprekend dat we de urn en as van de overledene mee naar huis nemen. In ons buurland Duitsland is dat uitgesloten. Hier mag de as van de overledene niet mee naar huis, maar moet bijgezet worden in een urnenmuur op een begraafplaats. In Finland wordt de as juist weer uitgestrooid over een deel van de begraafplaats en de nabestaanden mogen daar absoluut niet bij zijn. We mogen ons verbazen over de verschillende gewoonten rondom crematie, maar het is onmogelijk om er een oordeel over te geven. Alle gebruiken zijn immers verbonden aan tradities, die hun herkomst hebben in de manier waarop mensen over de dood denken. Daar is zoveel over te vertellen. En dat ga ik de komende weken in kleine brokjes op deze pagina zetten. |
Archieven
April 2019
Categorieën |